Het
Wapen van Harlingen
Het
Harlinger wapen is verdeeld in vier kwartieren. Op twee kwartieren
staan 6 “fleur de lis” (Franse lelies). Op de andere staan 8 rode
kruisen op wit (zilver). De Franse lelies zijn goudkleurig op rood
(keel). Het schild wordt vastgehouden door een Friese leeuw.
De
kleuren rood (heraldiek: keel) en wit (heraldiek: zilver), zijn de
kleuren van de Roomse kerk, maar ook van de 1e Kruistocht. De Franse
lelies zouden verwijzen naar de maagd Maria, de kruisen naar de
aartsengel Michael, de patroon en beschermheer van Almenum en waar
een kerk aan hem was gewijd, later werd de aartsengel de patroon van
geheel Harlingen. Michael als strijder tegen het kwaad siert het
Raadhuis.
Bekijken
we het wapenschild nauwkeurig, dan zijn de lelies overduidelijk.
Harlinger traditie verbindt dit embleem met de maagd Maria. In de
heraldiek wordt de fleur de lis ook gebruikt als een ornament. De
aanwezigheid versterkt de andere afbeeldingen, in dit geval de 8
kruisen.
De
rode kruisen hebben duidelijk een van het traditionele kruis,
afwijkende vorm. Plaatselijk wordt beweerd, dat hiermee de kracht van
de heilige Michael werd aangeduid. In werkelijk gaat het hier om het
“Tempelieren-kruis”, een ridderorde, die tijdens de 1e Kruistocht
ontstond en grote economische kracht bezat en, door dienstverlening
aan Europese vorsten, zeer welvarend werd. Het “hoofdkantoor”
bevond zich in Parijs, maar de ridders hadden vestigingen, met
personeel en bewakers, door heel Europa en waarschijnlijk ook in
Harlingen, in verband met de economische groei in deze regio.
De
Tempelieren kwamen uiteindelijk ten val (1307). Filips de Schone, met
steun van de paus, arresteerde de Franse Tempelridders en klaagde hen
aan voor duivel-aanbidding, godslastering en sodomie.
De
“Poor knights of Christ” werden schuldig bevonden aan ketterij en
stierven op de brandstapel, als laatste (1312), Jacques de Molay, de
grootmeester van de orde.
Filips
dacht rijk te worden door de Tempelierenschat. Hij heeft echter niets
kunnen vinden. Volgens de overlevering was de schat naar La Rochelle
gebracht, de havenstad van de Tempelieren en daar op schepen geladen.
Ongeveer 20 schepen verdwenen in de nacht, met aan boord de
legendarische Tempelierenschat. Deze schat zou niet alleen hebben
bestaan uit goud en zilver, maar ook uit religieuze voorwerpen. Zelfs
de Ark des Verbonds, door de ridders in Jeruzalem opgegraven, zou
hiervan deel hebben uitgemaakt. Tot op heden wordt er gespeculeerd,
waar de schat door de ridders is verborgen.
Tot
zover de geschiedenis, blijft het Harlinger Wapen: verwijst het naar
de aartsengel Michael of naar de Tempelieren?
Hetzelfde
geldt voor de “fleur de lis” (Franse lelie). Een verwijzing naar
de Maagd Maria of naar de Merovingers, een Franse dynastie uit de
periode na het verdwijnen van de Romeinen uit deze contreien. Het
waren de Merovingers, die de Friezen definitief versloegen en de
Friese Zeelanden inlijfden bij het Frankische Rijk in de 7e eeuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten