dinsdag 12 juli 2016

WAAR LAG HET PARADIJS?
Columbus heeft zijn hele leven gedacht, dat hij het Paradijs had ontdekt. In Venezuela wel te verstaan. Marco Polo was de eerste Europeaan, die Peking bereikt. De Chinese keizer bevestigde hem, dat het Paradijs ten zuiden van zijn gebieden lag. Het is dan ook in die richting dat deze ontdekkingsreiziger zijn weg vervolgde.


Door de Kruistochten werd voor de Europeaanse christenen de Bijbel werkelijkheid. Bijbelverhalen konden in het Heilige Land bevestigd worden. De lijdensweg van Jezus, zijn graf en de plek waarop hij werd gekruisigd, de graven van de Aartsvaderen, de geografie; dit alles kon men nu bekijken, aanraken en proeven.


Hierdoor werd voor het voor de bezoekers ook aannemelijk, dat er ooit een Paradijs heeft bestaan. Geen metafoor, maar een geografische locatie.


De Paus zond zelfs een delegatie naar het Oosten, maar deze raakte verloren en keerde niet naar Jeruzalem terug. Het geloof in het bestaan van de Tuin van Eden werd versterkt door brieven, die in Europa in hofkringen circuleerden. Brieven van een christelijke vorst, priester Johannes genaamd, die een machtig rijk in het Oosten bestuurde en beweerde dat het Paradijs op reisafstand van zijn rijk te vinden was. Lang hoopten de kruisridders, wier positie steeds wanhopiger werd, dat deze christelijke heerser, hen te hulp zou komen om de Saracenen te verslaan. Dit gebeurde niet en het Heilige Land ging verloren en werd onderdeel van de Islamitische wereld.


De Bijbel is op veel plekken geografisch en historisch nauwkeurig en correct. Het Boek der Boeken is wat betreft de Hof ook precies. Er is sprake van vier rivieren, ontspringend vanuit één plek. In Genesis worden ze bij naam genoemd. De Tigris en de Eufraat zijn ook nu nog bestaande rivieren. De andere twee de Pison en de Gichon zijn echter onbekend. In deze tuin staan naast een rijkdom aan fruitbomen en ander gewas, een tweetal bomen. Adam en Eva wordt door God verboden om van de boom van de kennis van goed en kwaad te eten. De slang verleidt Eva om dit toch te doen. In afbeeldingen van deze scene wordt vaak een appel gebruikt, als de verboden vrucht. De Bijbel doet hier geen uitspraken, maar in het Latijn, dat vanaf de vroege Middeleeuwen de officiële taal van de Rooms-Katholieke kerk was, betekent malus, zowel appel als kwaad. Symboliek dus. God verdrijft zijn kinderen uit deze weldadige omgeving naar het Oosten. Cherubijnen (hoge engelen) bewaakten de toegang tot de hof en de boom des levens.


Na de Reformatie werden bijbelverhalen vaker symbolisch uitgelegd. Zo ook, het verhaal over de zondeval en de verdrijving uit de oeromgeving van de mens.


Recentelijk zijn er geleerden, die beweren de werkelijke lokatie van het Paradijs te hebben gevonden. Via satellietfotografie is aangetoond, dat behalve de Eufraat en de Tigris, er nog twee rivieren in de (huidige) Perzische Golf uitkwamen. Dit kunnen zeer wel de Pison en de Gichon zijn geweest. Door klimaatverandering zijn deze rivieren verdroogd en verdwenen. De Perzische Golf had toen ook niet de omvang van heden ten dage. De zeespiegel was in het verleden tot wel 150 meter lager. Je kon toen van Nederland naar Engeland lopen, maar ook de Perzische Golf was toen een rivier. En dan blijkt de Bijbeltekst opeens veel duidelijker. "Er ontsprong in Eden een rivier om de hof te bevochtigen, en daar (nabij de huidige Eufraat en Tigris) splitste zij zich in vier stromen." (van zuid naar noord gezien). De verdrijving naar het Oosten is dan ook logisch. De eerste beschavingen ontsprongen in het vroegere Mesopotamië.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten