maandag 4 april 2016

triggeren

betekenis

uitlokken, de aanzet geven tot iets

uitspraak

[trig-guh-ruhn] (met de g van goal)

citaat

"'Onze hersenen werken heel associatief, en we hebben maar één leuke herinnering nodig om onze positieve gedachten te triggeren', legt Webb uit."
Bron: Dit boek garandeert je een fijne werkdag vandaag (én de rest van het jaar) (Nina Dillen, Goedgevoel.be, 14 januari 2016)

woordfeit

Triggeren is ontleend aan het Engelse trigger, dat 'veroorzaken', 'uitlokken', 'op gang brengen' betekent. Maar in feite heeft het Nederlands het woord teruggeleend: het Engelse trigger (in ouder Engels: tricker) komt zelf van het Nederlandse trekker 'iemand die trekt'. In het Engels ging trigger de trekker van een vuurwapen aanduiden, en vervolgens: 'iets wat iets anders veroorzaakt'.
Ook in het Nederlands komt trigger als zelfstandig naamwoord voor, in de betekenis 'aanleiding', 'datgene wat een proces op gang brengt'. Het wordt in allerlei vakgebieden gebruikt voor iets wat iets anders oproept/veroorzaakt: in databankterminologie, in de psychologie, in de muziek, etc

Geen opmerkingen:

Een reactie posten