donderdag 21 september 2017


KRAAIENDANS BOVEN EEN DODENAKKER

Zaterdag avond, de zon is al een tijd verdwenen. De nacht kruipt dichterbij. Honderden kraaien cirkelen in dansende lijnen. Zoals spreeuwen dat kunnen en ooit en lang geleden, de trekduif.

Ze schateren en schetteren, als ze, alleen, getweeën of in kleine groepen, zich stortten op de bomen van de Algemene Begraafplaats om daar een plaats voor de nacht te vinden. De boomtakken puilen uit als de laatsten arriveren. Plotseling is het doodstil, geen vogel meer te horen.

Het is een grote kolonie kauwen, die overdag de landerijen afstruint en zich hier verzamelen, zeker wel duizend in getal, en de bomen als “roest” (in dit geval tijdelijke slaapplaats) gebruiken. Nestelende kraaien (roeken) vinden we in de voormalige Engelse tuin.

Waarom verzamelen zich hier?

Omdat op de Algemene Plaats een groot aantal oude en dus hoge bomen staan. Voorwaarde voor een kolonie of roest, zijn groepen grote, oude bomen. Die zijn in dit gedeelte van Friesland bijna niet meer te vinden en zelfs het voortbestaan van de kerkhof-bomen, het Harmenszpark en de Roodbaert-tuin is niet gegarandeerd. Ook weersextremen kosten bomen. Vandaar de (schijnbaar) hoge kraaienpopulatie, het kappen van oude bomen dwingt ze tot concentratie en een nomadisch bestaan. Regelmatig worden er grote bomen gekapt, omdat er roofvogels zijn gespot. Ook voor hen geen ongestoorde nestelplaatsen.

Grote concentraties kraaien zijn een indicatie van de “kwaliteit” van de natuur. Ze zijn als gieren, die legers volgden op weg naar het slagveld. Kraaien en andere afvaleters profiteren van verwaarlozing van het land door de megastallen. Wanorde, zoals het wegwerpen van voedsel, geeft ze de wind in de rug. Vogels, die hogere eisen stellen aan hun voeding, verkommeren of vertrekken.

Kraaien zijn dan ook een symbool van verschraling en monotonie.

Grote groepen, rondtrekkende kraaien, zijn een weerspiegeling van de wereld, die we worden geacht te onderhouden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten