vrijdag 12 mei 2017


DE GESCHIEDENIS VAN HARLINGEN

DE TOEKOMST VAN DE WADDENZEE



Het eerste geschreven Oud-Fries vinden we bij de Romeinse historicus en schrijver Tacitus. Net als Julius Ceasar bewonderde hij hun loyaliteit en onverschrokkenheid. Liever dan hun te bevechten, werden de Friezen ingehuurd door Rome als “special forces” van het Keizerrijk en als lijfwachten van de Keizer.

Om de leefomstandigheden in de Noordelijke, niet bezette, Frieslanden te beschrijven, gebruikt Tacitus (56-117) het Oud-Friese woord WADA (Wad), gronden tussen het Friese vasteland en de Waddeneilanden, die met de nodige regelmaat droogvielen. De Waddenzee kent 't “Griend”, nu een onbewoond vogel-eiland, maar in de 13e eeuw een eiland, met huizen, een kerk en een klooster.

Maar 2000 jaar na Tacitus, dreigt de Waddenzee te verdrinken. De opwarming van de aarde leidt tot een verhoging van de zeewaterspiegel, die op 44 a 74 centimeter wordt geschat.

De Milieu Akkoorden van Parijs moet de voorspelde temperatuurstijging reduceren, maar weinig landen en bedrijven nemen de normen over. Zoals het er nu uitziet stevenen we af op een verwarming van meer dan 3 graden. Deze leidt tot een zeespiegelstijging van driekwart meter. Het KNMI gooit er nog een schepje boven op en presenteert een scenario waarin het zeewater 3 meter stijgt. Dit is niet alleen het einde van de Waddenzee, de Waddeneilanden en een fors deel van Harlingen.

Ook de zeehonden moeten een nieuw onderkomen zien te vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten