donderdag 24 maart 2016

SiTU STUDIE MEMO





Bij de bestudering van teksten en ander materiaal moeten we rekening houden met de herkomst hiervan. Dit houdt ondermeer in: rekening houden met de jaartelling, die wordt aangehouden. Er kunnen 3 belangrijke groepen worden onderscheiden: Christelijk, Islamitisch of Joods.Er vanuit gaande, dat de “eigen” jaartelling en kalender bekend is, hierbij de joodse en de mohammedaanse jaartelling. Meer informatie op Wikipedia.





1. De joodse jaartelling, joodse kalender of Hebreeuwse kalender (Hebreeuws: הלוח העברי / ha'loeach ha'iwri) rekent vanaf het jaar waarvan volgens het jodendom de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden (de Anno Mundi).


Op grond van de Tenach wordt de schepping geacht te hebben plaatsgevonden in het jaar 3761 voor de Anno Domini. Het nieuwe jaar begint op Rosj Hasjana, een gewichtige tweedaagse periode van gebed en inkeer, die rond september/oktober van de gregoriaanse kalender valt.


Het joodse jaar 5776 komt zodoende overeen met de gregoriaanse jaren 2015 (vanaf september/oktober) en 2016 (tot september/oktober).


2.De islamitische jaartelling is de jaartelling die begint in het jaar waarop de hidjra, of de emigratie van Mohammed van Mekka naar Medina plaatsvond, in het jaar 622 volgens de christelijke jaartelling. De islamitische jaartelling wordt binnen de islam gebruikt voor de bepaling van bepaalde feest- en vastendagen maar ook als gangbare kalender in Saoedi-Arabië en enkele omringende landen. Jaren volgens de islamitische kalender worden aangegeven met AH (Anno Hegirae), een latinisatie van 'hidjra'.


Het islamitische jaar telt 12 maanmaanden en is daarmee ongeveer 11 dagen korter dan het zonnejaar. De islamitische jaartelling loopt daardoor langzaam in op de christelijke. De ramadan, het Suikerfeest en het Offerfeest vallen bijvoorbeeld ieder jaar anderhalve week vroeger in het zonnejaar. In de vijfde maand van het jaar 20874 zal de islamitische telling de christelijke inhalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten